Tips voor fotografie in natuurlijk licht
Mijn favoriete techniek om te fotograferen in natuurlijk licht: tegenlicht (en daar heb je niets speciaal voor nodig). Mijn tips voor fotografie in natuurlijk licht op een rijtje.
De zon kan een prachtig effect hebben of je foto helemaal om zeep helpen. Het is te zien hoe je het zonlicht gebruikt. Recht op het gezicht geeft scherpe schaduwen en veel contrast. Zeker nu in de zomer, pal op de middag.
Gebruik tegenlicht
Daarom laat ik het zonlicht bijna altijd van achteren komen. En dat is dan misschien nog een van mijn belangrijkste tips voor fotografie. Ik fotografeer dus met de zon recht in mijn lens. Daardoor krijgt het portret veel zachter contrast en qua gevoel is alles wat dromeriger. Nog een voordeel: geen dichtgeknepen ogen.
Fotograferen in tegenlicht lukt het best ’s morgens of vanaf de namiddag, als de zon minder hoog staat en het licht iets minder hard is.
Mijn favoriete moment van de dag is het gouden uurtje of golden hour, het uur vlak na zonsopgang of vlak voor zonsondergang. De zon staat dan het verst van de aarde verwijderd, waardoor het licht het zachtst is en de kleuren veranderen naar een zalige gouden gloed.
Lukt het niet helemaal met het felle licht van de zon, zoek dan een plekje in de schaduw. Als het licht dan toch nog ergen van tussen komt piepen, maak daar dan gebruik van. Laat het zonlicht net op dat plekje vallen, waar je aandacht op wil vestigen.
Enkele stops onderbelichten
Ga op zoek naar een natuurlijke reflector. Een wit gebouw waar het zonlicht opvalt, weerkaatst het licht. Maar dat licht is diffuus: het is minder hard doordat het niet rechtstreeks op je onderwerp valt. Strandzand, een witte auto, licht gras, alles licht van kleur kan je daarvoor gebruiken.
Het diafragma van mijn spiegelreflexcamera zet ik liefst wijd open, met een f-waarde van 1.8 of lager. In direct zonlicht mag je de ISO ook echt laag zetten. De truuk is de sluitertijd. Die zet ik eerst zodanig dat het onderwerp mooi is uitgelicht. Vaak is de achtergrond dan wat overbelicht, dus zet ik de sluitertijd enkele stops lager. Op die manier verlies je niet te veel detail in de achtergrond, en kan je in Lightroom de belichting nog wat aanpassen.
De foto van Lili en onze kip is genomen met mijn 50mm-lens, ISO 800 (weinig zonlicht, was nodig), f-waarde van 1,8 (veel scherpte-diepte) en een sluitertijd van 1/320 (ik ga liever niet onder 1/200, zeker met kinderen, om bewogen foto’s te voorkomen). Lili is op de originele foto onderbelicht en daardoor vrij donker, maar zo verloor ik niets van de prachtige zonsondergang op de achtergrond. Ik stelde de hooglichten bij in Lightroom en trok de schaduwen wat op. Lokaal, op haar gezicht, deed de belichting iets naar omhoog.
Bewolkte dagen
Het is niet omdat de zon niet schijnt, dat je daarom geen foto’s kan maken. Het maakt het in principe juist wat makkelijker. Je hoeft niet op te letten vanwaar het licht komt en je riskeert geen felle schaduwen of contrasten op het gezicht. Het licht is door de wolken diffuus en dus zachter. Je kan achteraf in Lightroom de kleuren wat bijstellen, zodat het meer op een zonnige dag lijkt.